Schadelijke traditionele praktijken

Schadelijke traditionele praktijken is een verzamelterm voor vormen van onderdrukking en geweld tegen kinderen (vooral meisjes) en vrouwen die voortkomen uit traditie, cultuur, religie of bijgeloof. Eergerelateerd geweld en huwelijksdwang worden hier ook onder geschaard.

Eergerelateerd geweld lijkt op andere vormen van geweld in afhankelijkheidsrelaties zoals huiselijk geweld of kindermishandeling. Het onderscheid ligt in motieven voor het geweld, in de oorzaken, verschijningsvormen en de plegers. Groepsnormen over eervol gedrag en de bijkomende druk vanuit de gemeenschap liggen ten grondslag aan dit geweld. Een gemeenschap vind bijvoorbeeld uitsluitend besneden meisjes eerbaar en daarmee geschikt als huwelijkspartner. Zij heeft hier zelf niks over te zeggen, want besnijdenis gebeurt meestal op heel jonge leeftijd.

Deze vormen van geweld worden gepleegd en actief gedoogd door de ouders of familie van het slachtoffer of door religieuze en gemeenschapsleiders. Hierdoor kunnen ze lang voortbestaan en worden ze van generatie op generatie overgedragen. Het is wereldwijd een maatschappelijk probleem omdat het in strijd is met de rechten van het kind en de mensenrechten. Zij schenden het recht op veilig opgroeien, op lichamelijke integriteit en het recht van het individu om keuzes te maken over zijn of haar eigen leven.

De verschillende vormen van schadelijke praktijken hebben ieder hun eigen aanpak nodig, vooral wat betreft hulpverlening en opvang. Ze vragen de grootste zorgvuldigheid van professionals en altijd het advies of de medewerking van een expert. Gesprekken voeren met de ouders, de echtgenoot of familie van een (potentieel) slachtoffer kan niet zomaar. Soms kan openheid juist gevaar opleveren voor een cliënt. Bestrijding van dit geweld vergt daarom een andere aanpak (naast uiteraard bescherming van slachtoffers en vervolging van plegers). De gemeenschap moet actief worden betrokken om een mentaliteitsverandering te bewerkstelligen over de positie van vrouwen en meisjes en het gebruik van geweld, én om geweldloze alternatieven in gebruik te nemen voor bepaalde rituelen en gebruiken.

Vroegtijdige signalering

Voor een vroegtijdige signalering is het allereerst nodig dat professionals in onderwijs, jeugdzorg en sociale wijkteams voldoende kennis hebben van de problematiek en de signalen. Eergerelateerd geweld en huwelijksdwang zijn complex en daardoor vaak lastig te signaleren. Soms hebben jongeren of jongvolwassenen een vermoeden dat ze uitgehuwelijkt of achtergelaten worden. Er kunnen dan gedragsveranderingen optreden. Een jongere krijgt dan bijvoorbeeld een andere houding, raakt meer in zichzelf gekeerd of verbreekt vriendschappen. Het feit dat een meisje dagelijks van school gehaald wordt door een vader of broer óf van haar ouders niet mag uitgaan of praten met jongens, zijn signalen die mogelijk wijzen op eergerelateerd geweld. Bij meisjesbesnijdenis is er een onderscheid te maken in vermoedens van een dreigende en een uitgevoerde besnijdenis. Als een (zeer) jong meisje na de vakantie er bijvoorbeeld moe, uitgeput of vaal uitziet, lang naar het toilet gaat of klaagt over buikpijn, kan het zijn dat zij besneden is.

Aanpak  – Meldcode

De verschillende vormen van schadelijke praktijken hebben ieder hun eigen aanpak nodig, vooral wat betreft hulpverlening en opvang. Ze vragen de grootste zorgvuldigheid van professionals en altijd het advies of de medewerking van een expert. Gesprekken voeren met de ouders, de echtgenoot of familie van een (potentieel) slachtoffer kan niet zomaar. Soms kan openheid juist gevaar opleveren voor een cliënt.

Sinds juli 2013 moeten professionals in het onderwijs, welzijn en zorg werken met de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Omdat voor eergerelateerd geweld en huwelijksdwang specifieke aandachtspunten gelden, schreef Movisie de factsheet ‘De meldcode bij (vermoedens van) eergerelateerd geweld’. Hierin worden bijvoorbeeld de stappen beschreven die gezet moeten worden bij (vermoedens van) meisjesbesnijdenis.